- overtrekken
- overtrekken1{{/term}}〈overgankelijk werkwoord〉1 [bekleden] (re)couvrir (de)2 [overdrijven] exagérer————————overtrekken2{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [over iets heen gaan] passer (à travers, par-dessus)2 [voorbijdrijven] passer ⇒ 〈van wolken, mist〉se dissiper♦voorbeelden:2 de bui trekt over • l'orage s'éloigneII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [overtekenen] repasser ⇒ 〈met overtrekpapier〉calquer♦voorbeelden:1 een tekening met inkt overtrekken • repasser un dessin à l'encre
Deens-Russisch woordenboek. 2015.